Visie

De geestelijke verzorging verricht haar werk onder inhoudelijke verantwoordelijkheid van de door de staat erkende zendende instanties. Hiermee wordt invulling gegeven aan de scheiding tussen ‘kerk’ en staat.

De geestelijke verzorging  hecht sterk aan haar onafhankelijke positie. Zij biedt daarmee de mogelijkheid aan werknemers van Defensie om hun geloof of levensovertuiging in vrijheid te belijden zoals vastgelegd in artikel 6 van de Nederlandse grondwet. Vast staat dat de organisatie zich niet mengt in inhoudelijke aspecten. De onafhankelijke positie wordt ondersteund door het Ministerieel Besluit betreffende Functionele Kaders Geestelijke Verzorging bij Defensie (2011) en het Statuut betreffende Geestelijke Verzorging bij Defensie (2012).

Inbedding in de organisatie

Om zijn opdracht goed te kunnen vervullen is de geestelijk verzorger ingebed in de militaire organisatie. Hij kent deze van binnen uit, spreekt de taal van de militairen en is verbonden aan een eenheid of onderdeel. Bij die eenheid maakt hij ook deel uit van de dagelijkse routine, in Nederland maar ook tijdens oefeningen, vaarperiodes en uitzendingen. Dit laatste wordt aangeduid met presentie en kenmerkt de geestelijke verzorging.

Nuldelijns werken

Een tweede kenmerk van de GV bij Defensie is haar plaats in de 0e lijn. Het werk is niet afhankelijk van of beperkt tot een expliciete vraag om hulp (1e lijn) of doorverwijzing (2e lijn). Een geestelijk verzorger werkt aanbodgericht en outreachend.

Om goede zorg te kunnen leveren is de GV voortdurend in gesprek met sleutelfunctionarissen binnen Defensie, met commandanten en met andere hulp- en zorgverleners, ook binnen het Sociaal Medisch Team (SMT). De GV kiest een open en professionele opstelling binnen de organisatie en in de uitwerking van het ambt van geestelijk verzorger.

Het ambtsgeheim

Voor de persoonlijke gesprekken en de individuele begeleiding, maar ook voor de groepsgesprekken en bijeenkomsten, is absolute vertrouwelijkheid (het ambtsgeheim) noodzakelijk. Dit is een onderdeel van de vrijplaats die de geestelijke verzorging biedt. Het ambtsgeheim schrijft voor dat niets wat de geestelijk verzorger uit hoofde van zijn ambt te weten  komt met anderen wordt besproken zonder nadrukkelijke toestemming van de mensen die het betreft.