Nieuwe rechtspositie geestelijk verzorgers Defensie

Per 1 juli 2024 is de rechtspositie van de geestelijk verzorger gewijzigd. Vanaf dat moment zijn enkele aanpassingen in het Bard en Amar in werking getreden en is de (nieuwe) ‘Regeling Geestelijk Verzorgers Defensie’ van kracht geworden.

Geestelijke verzorging bij Defensie vindt plaats met respect voor het principe van de scheiding tussen Kerk en Staat. De Zendende Instanties en Defensie hebben elk hun eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Per 1 juli 2024 wordende bestaande regels voor de geestelijk verzorgers binnen Defensie uitgebreid, waarbij de toepasselijkheid van dit principe wordt benadrukt.

Hiermee wordt de ambtelijke vrijplaats van de geestelijk verzorger nadrukkelijker in de rechtspositie geborgd. Verder kan Defensie een geestelijk verzorger rechtspositioneel aanspreken wanneer sprake is van nalatigheid (plichtsverzuim) in de verplichtingen als Defensie-ambtenaar en is de aflegging van een (aangepaste) eed c.q. belofte verplicht voor nieuw aan te stellen geestelijk verzorgers (huidige geestelijk verzorgers kunnen kiezen of dat alsnog willen doen).